Ruimtelijke kwaliteit in de Kempen
Hoe zet je als gemeente in op kwalitatieve projectontwikkelingen in het dorp?
Voor veel Kempense gemeenten staat het behoud van het dorp en het dorps karakter bovenaan de agenda. Maar gemeenten voelen ook steeds meer druk van ontwikkelingen die niet helemaal passen in de dorpse omgeving.
Wat maakt een dorp een dorp? En waarom is een dorp zo belangrijk en charmant? Hoe kunnen, ondanks een mogelijke verdichtingsopgave, die dorpse aantrekkelijkheid behouden?
Tijdens de Kempen2030-academie op 18 november gingen we in gesprek over welke tools en instrumenten je als gemeente hebt om tot kwalitatieve ontwikkelingen te komen en hoe je als gemeente kan sturen.
We gaven enkele tips mee.
Tip 1: Kader iedere ontwikkeling binnen de bouwshift
Waar kan en wil je als bestuur inzetten op verdichting en kernversterking en waar niet? Dat is de uitdaging waar de meeste gemeenten voor staan. Het kan helpen om, met de bouwshift in het achterhoofd, duidelijk te benoemen in een visie en te vertalen in instrumenten zoals een visienota en stedenbouwkundige verordening Kwalitatieve Woonomgeving.
Tip 2: Ken de lokale feiten en cijfers
Meerdere gemeenten geven aan dat ze een zicht hebben op het bestaande woningaanbod, de behoefte en verwachtingen. De conclusie is vaak dat er de komende jaren geen bijkomende ontwikkelingen nodig zijn, maar wel meer kwaliteit. Naast een visie heb je dus ook instrumenten nodig om kwaliteit na te streven.
Zo maakte de gemeente Rijkevorsel een studie draagkracht op.
Tip 3: Bepaal een lokale ontwikkelingsvisie als basis
Tijdens de academie werkten we met enkele stellingen om het debat te openen:
“Er is vandaag meer dan voldoende bebouwde ruimte om een antwoord te bieden op de uitdagingen. Hiervoor moeten we in de dorpen niet noodzakelijk hoger en dieper bouwen. Bestaande kwaliteiten (bv. dorpstuinen, erfgoed, groene binnengebieden, dorpswoningen,…) moet je koesteren.”
De meeste gemeenten lijken dit te onderschrijven: Herinrichting of verdichting kan niet overal en is sterk afhankelijk van de specifieke locatie of context, ook in het dorpscentrum. Dit moet duidelijk zijn want anders schep je verwachtingen voor anderen. Daarom heb je dus ook een visie en instrumenten nodig.
Tip 4: Veranker de basiskwaliteiten
“Door basiskwaliteiten te verankeren kan je tijdens gesprekken veel beter focussen op kwaliteit. Het is tijdverspilling om steeds te moeten wijzen op het voorzien van groen, bomen, fietsenstallingen ….”
Ook deze stelling werd door de aanwezigen bevestigd. Er zijn inderdaad heel wat voorzieningen of kwaliteiten waarvan je er vaak van uitgaat dat de aanvragers dit automatisch gaan voorzien bij hun voorstel, maar welke dan toch niet in het ontwerp opgenomen zijn. Bijvoorbeeld kwalitatief groen, plaats voor fietsen,… Het is jammer dat je hier steeds moet herhalen. Daarbij zou bijvoorbeeld een verordening een hulp kunnen zijn.
Tip 5: Zet samen in op sterk maatwerk
Gemeente Westerlo gaf ons een mooi voorbeeld van hoe zij samen met Kwaliteitskamer Kempen met behulp van een projectatelier aan de slag gingen met een sterk beeldbepalende dokterswoning die absoluut niet mocht verdwijnen.
Tip 6: Communiceer duidelijk tijdens het proces
“Een verordening is een zeer groot voordeel, een ontwikkelaar wenst zekerheid. Het is wel belangrijk deze zo actueel mogelijk te houden en af en toe kritisch tegen het licht te houden.”
Een projectontwikkelaar, actief in de Kempen
Maar wat is dan een kwalitatieve projectontwikkeling?
“De meeste fouten die ruimtelijke ontwerpers maken zijn schaalfouten. Woonprojecten zijn kwalitatief als ze zich morfologisch inpassen in hun context. Als gebouwd volume respecteren ze de maat van de omgeving, en dus de aanwezige woondichtheid van het dorp. Anderzijds zijn goede woonprojecten altijd typologisch. Ze zetten zich in een rij, of hebben een hof, of vormen samen een erf. Deze dorpse typologieën zijn vaak nog aanwezig in een dorp, het is een kwestie van deze te herontdekken.”
Tim Vekemans
“Een kwalitatief project in een dorp is voor mij is een project dat slim verdicht, maar zonder al te overheersend te zijn; het is een project dat een nieuwe woonvorm aanbiedt, dat gedeelde voorzieningen introduceert en qua architectuur en schaal perfect aansluit bij het dorp.”
Maarten Van Acker – Prof. Stedenbouw Universiteit Antwerpen en lid van Kwaliteitskamer Kempen
Bij elk nieuw project streven we naar een ontwerp dat naadloos aansluit bij de eigenheid van het dorp. Dat betekent onder andere oog voor de juiste schaal, een passende architectuur, kwalitatieve landschapsinrichting en het respectvol bewaren van historisch waardevolle gebouwen, gevels en andere karaktervolle elementen.
Ook de intergemeentelijke erfgoeddiensten, zoals Stuifzand, zetten zich in voor het behouden en versterken van het dorps karakter. Martijn Willems gaf aan dat dit meer is dan alleen adviseren bij gebouwen die als erfgoed zijn geïnventariseerd. Vaak gaat het om gebouwen of detaillering in gebouwen die ze beeldbepalend maken. Ook hij pleit ervoor in een vroeg stadium in gesprek te gaan zodat ze vanaf het begin een goed advies kunnen meegeven waarmee de gemeente en de aanvrager aan de slag kunnen.
Daarnaast moeten we sterk inzetten op toekomstgericht wonen: een mix van woningtypes, betaalbare woonkansen, vernieuwende woonvormen, gedeelde voorzieningen en plekken waar mensen een leven lang comfortabel kunnen blijven wonen.
Om al deze verschillende projectkwaliteiten in beeld te brengen en het gesprek hierover te voeren, hanteert Atelier ruimte Kempen 6 ruimtelijke thema’s.
Het thema gevarieerde woonomgeving, dat handelt over een gevarieerd woonaanbod, werd verder toegelicht door Glenn Lyppens aan de hand van enkele projectvoorbeelden waaronder:
We waren het eens: een sterk ontwikkeld project tilt niet alleen zichzelf, maar ook het hele dorp mee omhoog. Wat die meerwaarde precies betekent, hangt natuurlijk af van de unieke context van elke plek — de ligging, het terrein, het programma én het dorp zelf. Een goed ontwerp begint daarom altijd met een grondige analyse en een scherp inzicht in de omgeving.
De sleutel tot succes? Een heldere ruimtelijke visie, het herkennen én verankeren van de basiskwaliteiten, en een grote dosis maatwerk en open communicatie. Zo creëren we projecten die écht passen, versterken en verbinden.