Ruimtelijke kwaliteit in de Kempen
In gesprek met Vlaams Bouwmeester en Kwaliteitskamer Kempen
Op donderdagnamiddag 20 april 2023 gingen we in gesprek met Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs en Kwaliteitskamer Kempen over de ruimtelijke kwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden van de Kempense dorpskernen. Moderator Toon Verlinden legde vragen voor over de bouwshift, klimaatuitdagingen, ‘verappartementisering’, verdichting… en vroeg hen voornamelijk hoe we hiermee de komende jaren moeten omgaan.
Het gesprek werd georganiseerd naar aanleiding van de tiende verjaardag van het idee achter Atelier Ruimte Kempen. Het idee ontstond met de oprichting van de eerste intergemeentelijke kwaliteitskamer van Vlaanderen: Kwaliteitskamer Kempen (vroeger IKRO). Met Atelier Ruimte Kempen wil IOK plangroep samen met de gemeenten werken aan een kwalitatieve Kempense omgeving. Samen met ieder die hier dagdagelijks mee bezig is, gingen we in gesprek en wisselden we ervaringen uit.
Bestaat er een dorpelijke architectuur die de hogere densiteit van de stad vertaalt naar het beeld van het dorp? Hoeveel moeten we gaan verdichten in een dorp?
Vlaams Bouwmeester: “Je hoort vaak: de identiteit van een dorp wordt bedreigd door de verappartementisering. Dit wordt als een ‘gevaar’ omschreven. Een appartement voelt namelijk meer aan als een stad i.p.v. een dorp. Het gaat om een andere schaal, maar ook een andere soort levensstijl. Mensen kennen maar 2 vormen van wonen: het huis en het appartement, er zijn nog veel vormen daartussen.”
Is de bouwshift een oplossing?
Vlaams Bouwmeester: “Theo Kelchtermans zei reeds 40 jaar geleden: ‘Vlaanderen is vol’. Met de bouwshift die nu voorligt, moeten we het innemen van open ruimte herleiden naar 0 tegen 2040. Het idee van de shift is verschuiven, maar hoe gaan we dat aanpakken? De problemen omtrent dit thema zijn gekend. De ‘sense of urgency’ is echter nog niet merkbaar. De bouwshift zou veel sneller moeten gaan. Op deze manier creëer je een averechts effect.”
Wat vind je van een initiatief als Atelier Ruimte Kempen?
Vlaams Bouwmeester: “Atelier Ruimte Kempen ondersteunt lokale besturen bij complexere projectaanvragen en het is ook bij die lokale besturen dat het moet gebeuren. Zij hebben de kans en de verantwoordelijkheid om met de ontwikkelaar aan tafel te gaan en het gesprek tijdig te voeren. Door hierop in te zetten, hoef je niet meer nadat alle werk aan de tekentafel al is gebeurd, op zoek te gaan naar waar je als gemeente met de plek naartoe wil en welke kwaliteiten in het ontwerp aanwezig moeten zijn.”
Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs
Hierover dachten we samen de hele namiddag na. Vlaams Bouwmeester beantwoordde enkele vragen van Atelier Ruimte Kempen en vanuit het publiek. Ook de experten van Kwaliteitskamer Kempen namen plaats in de stoelen vooraan en deelden bezorgdheden en ervaringen met de gemeenten.
VRAAG 1: Hoe en hoeveel moeten we verdichten binnen de Kempense dorpen?
Kloostersite Meer – historische site waarmee creatief is omgegaan
https://atelierruimtekempen.be/project-in-de-kijker_kloostersite-meer/
Verdichten is meer doen met minder ruimte. Waar kan je dat doen? Dit wordt bepaald door de context. De eerste vraag is altijd: is het wel de goede plek? Men moet loskomen van de architecten- en bouwreflex en vertrekken vanuit welke betekenis een plek in het dorp heeft.
De demografische tendens geeft aan dat we moeten inzetten op kleinere huishoudens. Dit betekent niet dat we steeds een aanbod aan kleine standaard appartementen moeten realiseren en zomaar veel meer bouwen. We moeten sterker inzetten op andere woningtypologieën en woonvormen. In de Kempen zijn er mooie voorbeelden van historische collectieve woonvormen met een goede dichtheid zoals de cités, abdijen, begijnhoven, …. Doorheen de geschiedenis is die traditie echter verloren gegaan.
Welke instrumenten zijn er om tot een juiste verdichting te komen?
Voor je met instrumenten aan de slag gaat, moet je goed bekijken wat de behoefte is en wat specifieke plekken betekenen. Vanuit de context heel goed nadenken voor je regels strak gaat verankeren. Dat zal dus ongetwijfeld maatwerk zijn.
Wat is voor elke gemeente en elke plek de draagkracht? Dit zou eens dringend onderzocht moeten worden. Je zou aan de eigenaars/ontwikkelaars duidelijk moeten communiceren met ook kwantitatieve informatie. Nu geldt er een verdienmodel dat niets met woonbeleid te maken heeft. Elk lokaal bestuur zou een woonbehoeftestudie moeten opmaken om te bekijken hoeveel woonnood er is. Welke aangroei is er in een gemeente? Welke bevolkingsgroepen gaan er groeien? Welke migratie zal er zijn vanuit naburige gemeenten? Komt die woonbehoefte overeen met het woonaanbod dat er is? Het probleem is vaak dat er niet voldoende instrumenten zijn om een overaanbod aan ontwikkelaars en woonprojecten tegen te gaan.
Zo heeft Olen in samenwerking met IOK plangroep een kwantitatief onderzoek gedaan dat hen momenteel een goede houvast geeft om met inzicht ruimtelijk beleid te gaan voeren. Het zou voor alle gemeenten een must moeten zijn om dergelijke studie ter beschikking te hebben. Ook voor de gemeente Rijkevorsel werd er door IOK een studie draagkracht opgemaakt. Deze studies zijn een handige kapstok om in gesprek te gaan met ontwikkelaars en tevens concreter over een beleidsvisie na te denken. In Oud-Turnhout wordt periodiek een nota gemaakt om duidelijk te maken waarom woonreservegebieden niet aangesneden mogen worden.
VRAAG 2: Wat is een kwalitatief verdichtingsproject?
Verdichten is niet gelijk aan alles dichtbouwen. Je moet ook ruimte laten voor groen en water. Hoe meer mensen ergens wonen, hoe meer mensen hier ook nood aan hebben. Nabijheid van groen is belangrijk voor leefkwaliteit, gezondheid, ….
Een bouwshift zal er maar komen als er meer gedacht wordt vanuit de open ruimte en niet vanuit de bebouwing. Die ondergrond van open ruimte vormt de structuur waarrond bebouwing kan ontstaan. Een ontwikkelaar kan ook een meerwaarde halen uit een goede kwalitatieve open ruimte.
VRAAG 3: Wat is de rol van de besturen om deze ruimtelijke kwaliteit te realiseren?
Lokale besturen hebben een belangrijke rol in het realiseren van kwaliteit. Vooraleer bovenstaande vraag goed beantwoord kan worden, moet er ook de vraag gesteld worden welke thema’s op welk niveau beslist moeten worden. Bepaalde thema’s die nu bij het lokaal bestuur gelegd worden, zouden beter op een hoger niveau beslist worden. Indien dit toch bij het lokale bestuur komt te liggen, zou er ook budget tegenover moeten staan (cf. probleem bouwshift).
Als lokaal bestuur heb je vanuit de vergunning een hefboom om toch een traject te doorlopen en daaraan maatschappelijke eisen te koppelen. Bij de vergunning is het belangrijk om op tafel te kloppen om kwaliteit te realiseren. Een vergunning weigeren is één van de weinige hefbomen die je hebt.
Welke boodschap willen jullie vandaag nog aan de gemeenten meegeven?
Erik Wieërs: “Het is belangrijk om vroeg genoeg in te grijpen in het kwaliteitsproces. Zou het interessant zijn dat Vlaanderen zou opleggen dat bij verkoop van bepaalde goederen de gemeente op de hoogte gebracht moet worden. Open ruimte sparen, maar er is niet veel open ruimte meer: verdichten zou dan in principe moeten betekenen dat die open ruimte elders gecompenseerd zou moeten worden.”
Externe experten Kwaliteitskamer Kempen
Vlnr: Bart Biermans, Filip Lagiewka, Maarten Vanacker
Maarten Van Acker: “Kom snel genoeg langs bij de Kwaliteitskamer of start vroeg het gesprek over kwaliteit.”
Filip Lagiewka: “Denk vanuit de open ruimte en vanuit de natuur (en niet vanuit de bebouwing). Maatwerk is belangrijk. We moeten genuanceerd kijken naar opgaves die op ons afkomen en die nuance mag ook beleidsmatig zijn: sommigen uitdagingen vragen meer aandacht dan andere.”
Bart Biermans: “Praten over kwaliteit is een lang gesprek (soms treedt er dan vermoeidheid op). Burgemeesters en schepenen durven zich soms niet uitspreken, waardoor het soms ook een lang traject wordt. Gemeenten die goed weten wat ze willen, trekken vaak ook de beste ontwikkelaars en ontwerpers aan. Je durven uitspreken, is belangrijk om tot kwaliteit te komen. We moeten samen moedig zijn om uitspraken te durven doen. De gemeenten die er in slagen om goede ontwikkelaars aan te trekken zijn net die gemeenten die uitspraken durven doen en durven sturen.”
Er is ook een volledig en uitgebreide versie van het verslag van de namiddag beschikbaar.